Klaartje, Teun, Koos en Jan wonen al generaties lang in het dorp, een gesloten gemeenschap.
Dat willen ze zo houden. Wanneer de stadsmens plots verschijnt en zich in het dorp begint thuis te voelen, proberen ze hem te verjagen met spookverhalen.
Dat lukt hen evenwel niet. Op het einde vertelt de man uit de stad aan hen een verhaal, waarvan ze zelf te bibber in de kuiten krijgen. Behalve Klaartje, die blijft er rustig onder en gaat nog eens rond met de fles jenever… Het stuk is een volkse klucht met veel humor, een vleugje romantiek, een zweempje geheimzinnigheid, een streepje spanning… Wat kan een publiek nog meer wensen?